13 april 2006,
20:30, Dhaal ni Pole, ergens in India
Vandaag weer een
nieuw fenomeen in het verkeer gezien. Na alle kamelen, olifanten, ezels beladen
met stenen en mensen met en zonder benen weer eens wat nieuws. Dat overkomt me
niet elke dag. Het volgende voltrok zich voor mijn ogen: Er was een minibusje
dat vervelend langzaam in het midden van de weg reed. Iedereen er omheen
natuurlijk, zowel rechts als links. Behalve één man op een motorfiets. Die
bleef er zo’n beetje achter hangen. Pas toen ik langszij kwam zag ik wat er aan
de hand was. Die vent op de motorfiets DUWDE het minibusje. Met zijn voet.
Een busje. Vol
mensen. Die lui zijn gek hier.
Voor de rest weer
eens een avond in Gomptipur doorgebracht. Maar omdat het de vooravond van
Eid-a-Milad (dan is de profeet jarig) was, was mijn vaste praatgroepje aan de
zuip ofzo, in ieder geval, ze waren er niet. Maar Grayaz Sheikh was er wel. Dat
was ook leuk, want hij is een belangrijk figuur in de buurt. Ik had hem dus wel
wat vragen te stellen over de politiek in de buurt. Dat mocht echter niet
baten, want Grayaz was onvermurwbaar; vanavond moest en zou er over religie
gepraat worden.
Dan speel ik maar
de Christen. Een beetje christen dan. Ja, wat anders? Als ik zeg dat ik niet
geloof, gelooft men dat toch niet. Een christen ben ik dus, alhier.
Boel gepraat over
overeenkomsten tussen Christendom en Islam. Dat is een favoriet onderwerp hier.
Elke moslim die k hier spreek is van mening dat het beide religies bijna
hetzelfde zijn. Toen ging het over slachtregels, welke profeten het beste zijn,
of je wel of niet heiligen mag vereren en wat de rol van de clergy zou moeten zijn. Daarna ging het natuurlijk
over burqa’s. Grayaz is een tamelijk orthodoxe moslim en dus is hij wel een
voorstander van de burqa. Maar als andere moslims het niet zo nodig vonden, dan
vond hij dat ook wel best geloof ik. Een hoofddoek vond ie dan wel weer het
minimum.
Het is wel lastig
hoor, om met zo iemand in discussie te gaan. Zijn redeneertrant was zo anders
dan die van mij. Heel erg gek. Als ik een punt wil maken in een discussie,
probeer ik iets statistisch of zo. 80% van de mensen vind dit, of 60% van het
budget is zo besteed, dus .....
Grayaz Sheikh
onderbouwt zijn punten op een andere manier, namelijk met met voorbeelden van
1400 jaar geleden. Vaak voorbeelden
waarvan ik de relevantie voor de discussie niet zie. Zo is er een grote
gelijkenis tussen verleiding en malaria. (Dat begreep Yasar ook niet). Wel
verfrissend hoor, om iemand zo te horen argumenteren. Al dat vertrouwen in
ratio en logica is natuurlijk ook maar ongegrond.
Wat ik wel leuk
vond is dat hij oprecht geinteresseerd was in hoe het in andere religies werkt.
Ik vroeg hem of ie weleens in een kerk geweest was. Nee, nog nooit. Dus
volgende week ga ik proberen hem mee te nemen naar een kerk. Kijken wat hij
daarvan vindt. Maar ik mag geloof ik niet proberen om hem te bekeren, want dan
moet ik de gevangenis in van de Gujaraatse wet.
Ook een boel lol
gehad toen we de hoogste baas in de gemeente op het gebied van gezondheid
gingen interviewen. Omdat ik toch tamelijk gevoelige materie onderzoek, wilde
ik mijn echte vragen niet direct stellen. Ik liet het gesprek dus maar een
beetje zijn beloop tot die man op interessante punten kwam. En dan is het
natuurlijk zaak om half-geinteresseerd een belangrijke vraag te stellen. En een
beetje dom doen en het vooral niet in een keer begrijpen doet ook wonderen.
Ik geloof dat ik
dat laatste een beetje heb overdreven. Toen we de kamer uitliepen, vertelde
Yasar me dat hij erg veel moeite had gehad om zijn gezicht in de plooi te
houden en niet in lachen uit te barsten,
zoo zeer had ik zitten huichelen ende toneel spelen. Toch heb ik door
mijn stomme voorkomen de official tot enige interesante uitspraken verleid. En
dat was de bedoeling.
Ook heel leuk is
Irene, de huishoudster in combinatie met de kat die hier af en toe door het
huis zwalkt. Indiers hebben totaal geen begrip voor dierenliefde, daar was ik
al achter (behalve misschien voor koeien). Maar hoe Irene met de kat omgaat is
werkelijk wonderlijk. Ik kan met moeite mijn lachen inhouden als ze ineens uit
de keuken komt gerend om vervolgens met een lange stok (die ze speciaal voor
dit doel heeft) onder te tafel meppen naar het staartbeest. Onder luid nee (of
‘non’) geroep van iedereen die aan tafel zit natuurlijk! Maar ze kan het niet
laten!
‘Yes, but....’
gaat het dan, verontschuldigend lachend en naar achter stappend, ‘she is very
naughty...’ En dan ineens duikt ze weer naar voren en volgt een tweede aanval,
die weer door nog luider Europees geroep wordt afgekeurd.